4. AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
4.6 Slepen
Bij voertuigen met vierwielaandrijving moeten alle vier de wielen omhoog
worden gebracht om te kunnen slepen. Anders kan de verdeelbak worden
beschadigd.
Als het voertuig alleen aan de vooras kan worden opgetild, moet de carda-
nas tussen de achteras en de verdeelbak worden verwijderd. Als een van
de twee cardanassen tussen de assen is gedemonteerd, is geen aandrijving
mogelijk.
Gebruik altijd nieuwe bouten bij het monteren van de cardanas.
5. VOERTUIGIDENTIFICATIE
Naast de door de Volkswagen AG / MAN Truck & Bus AG aangebrachte voertuigidentifica-
tienummers (VIN) en het typeplaatje, is op uw voertuig tevens een Oberaigner-typeplaatje
aangebracht. De voertuigidentificatiegegevens mogen nooit worden gewijzigd of elders
worden aangebracht.
5.1 Oberaigner-typeplaatje
Het Oberaigner-typeplaatje met het voertuigidentificatienummer en de gegevens van de
maximumgewichten bevindt zich op de stoelkast van de bestuurdersstoel.
Afbeelding dient ter illustratie
270
OBERAIGNER AUTOMOTIVE GMBH
e1*KS07/46*XXXX*XX
Stufe 2
WV1ZZZSYZL0000001
5500 kg
8000 kg
1-
2200 kg
2-
4000 kg