AUTOMATED IMPELLA CONTROLLER MET
SMARTASSIST
®
De Automated Impella Controller met SmartAssist
katheter op tijdens het starten van de casus. Wanneer de Automated
Impella Controller met SmartAssist een fout in de verbinding van de
katheter detecteert, geven de volgende casusstartschermen u opdracht om
corrigerende maatregelen te nemen.
Corrigerende maatregel
STAP 1 - Inspectie van visuele connector
Als tijdens het voorvullen van de Impella CP met SmartAssist of Impella
5.5 met SmartAssist katheters het SmartAssistsysteemfoutscherm
verschijnt, moet u de aanwijzingen op het scherm volgen en de
onderstaande stappen raadplegen:
•
Koppel de witte kabel los en inspecteer de connector op de
Automated Impella Controller.
•
Inspecteer het licht op ooghoogte, zoals getoond op het scherm
van de Automated Impella Controller.
(Opmerking: het licht is niet zichtbaar als u onder een hoek
inspecteert.)
•
Als u geen licht ziet: selecteer NEE en schakel over op een
reservecontroller.
•
Als u licht ziet: selecteer JA en ga door naar stap 2 hieronder.
Corrigerende maatregel
STAP 2 - Visuele inspectie op knikken
Hebt u in stap 1 JA geselecteerd, volg dan de aanwijzingen op het
scherm en raadpleeg de volgende stappen:
•
Inspecteer de katheter en kabel op knikken.
266
•
•
Ga door naar stap 3
start de Impella
®
Corrigerende maatregel
STAP 3 - Positiemonitoring niet beschikbaar
Als u KLAAR hebt geselecteerd in stap 2 en de Automated Impella
Controller nog steeds een fout detecteert, dient u de aanwijzingen op
het scherm te volgen en de volgende stappen toe te passen
•
•
OPMERKING: als u verder gaat zonder monitoring van positie en
Corrigerende maatregel
STAP 4 - Bevestigingsscherm
Als u in stap 3 op OK hebt gedrukt, moet u nogmaals bevestigen dat
u verder wilt gaan zonder monitoring van positie en zuiging. Volg de
aanwijzingen op het scherm en pas de volgende stappen toe
•
•
Reinig de connectors, zoals getoond op het scherm.
Sluit de witte kabel weer aan en selecteer KLAAR.
Vervang de Impella katheter, of
Selecteer OK om verder te gaan zonder monitoring van positie en
zuiging (ga door naar stap 4).
zuiging, zal de Automated Impella Controller de
katheter op normale wijze laten werken. De monitoring
van positie en zuiging zal echter tijdens de volledige
casus uitgeschakeld zijn.
Selecteer JA om de casus te vervolgen zonder monitoring van
positie en zuiging.
Als u NEE selecteert, geeft de controller u opdracht om de
Impella katheter te vervangen.
Gebruikershandleiding