Abiomed Automated Impella Controller Manual De Usuario página 286

Ocultar thumbs Ver también para Automated Impella Controller:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 112
SYSTEMEN VOOR ELEKTRO-ANATOMISCHE MAPPING
(EAM)
Voorbeelden van EAM-systemen
• CARTO
3 systeem, en
®
• CARTO
XP-navigatiesysteem (Biosense Webster, Inc.)
®
Het elektromagnetisch veld dat de Impella katheter uitzendt, kan
interferentie veroorzaken met de EAM systeemcomponent voor
magnetische locatiedetectie, vooral wanneer de mappingkatheter zich
dicht bij de motor van de Impella katheter bevindt. Bijvoorbeeld, bij
mapping in de linker- of rechterventrikeluitstroombanen bevindt de
mappingkatheter zich dicht bij de motor van de Impella katheter in de
aorta ascendens.
Elektromagnetische interferentie kan blijken uit:
• Instabiliteit in de weergegeven locatie van de mappingkatheter
• Magnetische-interferentiefouten die worden gegenereerd door het
elektro-anatomische mappingsysteem
Gebruik de P-niveaumodus wanneer u de Impella katheter in aanwezigheid
van een EAM systeem gebruikt. Gebruik de Impella katheter op P-1–P-5
of P-7. De motorsnelheden van deze P-niveaus veroorzaken de minste
interferentie. De beste prestaties worden waargenomen wanneer de
motor van de Impella katheter zich minimaal 3 cm van de sensoren in de
mappingkatheter bevindt. Volg de stappen voor probleemoplossing in
Tabel 7 als u interferentie vermoedt.
Tabel 7. Probleemoplossing bij gebruik van de Impella
katheter in aanwezigheid van een EAM systeem
Observatie
Acties
Interferentie met
1. Controleer of er andere bronnen van
de component
voor magnetische
2. Verplaats de Impella katheter, zodat de
locatiedetectie van het
EAM systeem
3. Zorg dat de Impella katheter op P-1–P-5
MAGNETISCHE NAVIGATIESYSTEMEN (MNS)
Voorbeeld van MNS
Stereotaxis Niobe
Magnetisch Navigatiesysteem (Stereotaxis)
®
Volg de onderstaande stappen wanneer u ondersteuning met een Impella
katheter opstart in aanwezigheid van een magnetisch navigatiesysteem (MNS):
1.
Plaats de Impella katheter volgens de stappen die zijn beschreven
in hoofdstuk 5 van deze handleiding.
2.
Plaats de MNS-magneten in de 'Geminimaliseerd'- of
'Opgeslagen'-positie.
3.
Start de Impella katheter op de wijze beschreven in hoofdstuk 5
van deze handleiding. Verhoog het P-niveau naar P-5.
4.
Plaats de MNS-magneten in de 'Navigeren'-positie en begin met
magnetisch navigeren.
Blijf de Impella katheter op een P-niveau van minimaal P-5 gebruiken
wanneer de MNS-magneten in de 'Navigeren'-positie staan. Als het
P-niveau onder P-5 komt, stopt de Impella katheter mogelijk met werken.
Volg de stappen in Tabel 8 om de Impella weer te laten functioneren.
Tijdens magnetische navigatie van de mappingkatheter kan de
motorstroom van de Impella katheter tijdelijk toenemen tot een punt
waarop de katheter stopt met werken. Tabel 8 legt uit hoe u de Impella
katheter weer kunt laten functioneren.
286
interferentie aanwezig zijn en verhelp ze.
Impella motor zich minimaal 3 cm van de
sensors in de mappingkatheter bevindt.
Trek het inlaatgebied echter NIET uit het
linkerventrikel.
of P-7 werkt, aangezien deze P-niveaus de
minste interferentie veroorzaken.
Wanneer de MNS-magneten in de 'Navigeren'-positie staan, kan de
weergegeven flow van de Impella katheter kunstmatig verhoogd zijn. Voor
een accurate beoordeling van de flow dient u de weergegeven flow te
noteren wanneer de magneten in de 'Opgeslagen'-positie staan.
Tabel 8. Probleemoplossing bij gebruik van de Impella
katheter in aanwezigheid van een MNS systeem
Observatie
Acties
Impella kan niet
1. Plaats de MNS-magneten in de 'Geminimaliseerd'-
worden gestart
positie en probeer de Impella katheter te starten.
of
2. Als de Impella katheter NIET start terwijl de
Impella stopt met
magneten in de 'Geminimaliseerd'-positie staan,
werken
dient u de magneten in de 'Opgeslagen'-positie te
plaatsen en de Impella katheter te starten.
3. Verhoog het P-niveau van de Impella katheter naar
P-5 of hoger.
4. Plaats de MNS-magneten in de 'Navigeren'-positie
en begin met magnetisch navigeren.
MNS-magneten:
De weergegeven flow van de Impella katheter wordt
Weergegeven flow
kunstmatig verhoogd wanneer de MNS-magneten in de
bij 'Navigeren'
'Navigeren'-positie staan.
lijkt te hoog te zijn
of de
De weergegeven flow is accuraat wanneer de MNS-
weergegeven flow
magneten in de 'Opgeslagen'-positie staan.
bij 'Opgeslagen'
daalt
VAN DE AUTOMATED IMPELLA
CONTROLLER OVERSCHAKELEN OP EEN
NIEUWE CONTROLLER
STAPPEN VOOR OVERSCHAKELEN OP EEN
RESERVECONTROLLER
Als een patiënt wordt ondersteund, moet er te allen tijde een reserve-
exemplaar van de Automated Impella Controller beschikbaar zijn. Indien
de controller uitvalt, volgt u onderstaande stappen om de Impella katheter
over te brengen naar de reservecontroller.
1.
Controleer of de reservecontroller ingeschakeld en gereed is.
2.
Druk op SPOELSYSTEEM op de oorspronkelijke controller,
selecteer Spoelvloeistofzak verwisselen.
3.
Druk op de schermtoets START om de bolus op te starten.
Opmerking: de console toont de melding 'Even geduld a.u.b.'
terwijl het systeem de bolus voltooit. U mag de spoelvloeistofzak
NIET verwisselen en aanprikken vóór de volgende stap.
4.
Koppel de gele luerconnector los van de Impella katheter om de
druk in de spoelcassette te laten ontsnappen.
5.
Breng de spoelcassette en spoeloplossing van de oorspronkelijke
controller over naar de reservecontroller.
6.
Sluit de gele luerconnector weer aan op de Impella katheter.
7.
Verwijder de witte connectorkabel uit de oorspronkelijke controller
en sluit deze aan op de katheteraansluiting aan de voorkant van
de reservecontroller.
8.
Wacht, nadat de Impella katheter is aangesloten op de
reservecontroller, tot er een bericht op het scherm verschijnt
waarin u wordt gevraagd te bevestigen dat u de Impella katheter
wilt herstarten met het eerder ingestelde P-niveau.
9.
Druk binnen 10 seconden op OK om te bevestigen dat u de
Impella katheter wilt herstarten met het eerder ingestelde
P-niveau.
10. Als het bericht over het herstarten van de Impella katheter niet
binnen 30 seconden wordt weergegeven, moet u de Impella
katheter herstarten met de schermtoets FLOWREGELING.
Opmerking: Impella CP met SmartAssist en Impella 5.5 met
SmartAssist katheters werken op een niet-SmartAssistcontroller
met softwareversie 7.0 of hoger. De sensorfunctionaliteit werkt
in dit geval niet.
Gebruikershandleiding

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido