Abiomed Automated Impella Controller Manual De Usuario página 274

Ocultar thumbs Ver también para Automated Impella Controller:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 112
OVERZICHT PATIËNTBEHEER
Het volgende hoofdstuk heeft uitsluitend betrekking op linkszijdige
hartondersteuning met Impella 2.5, Impella CP, Impella CP met
SmartAssist, Impella LD, Impella 5.0 of Impella 5.5 met SmartAssist
hartpompen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Impella RP
voor rechtszijdige hartondersteuning. De informatie en instructies in dit
hoofdstuk zijn niet bedoeld om vastgelegde medische procedures voor
patiëntenzorg te vervangen. De best practices − zoals vastgesteld door de
medische gemeenschap − moeten altijd worden gevolgd. In elk geval moet
de clinicus bepalen of het toepassen van de verstrekte informatie geschikt
is voor de specifieke klinische situatie.
SELECTIE VAN PATIËNTEN VOOR
LINKERVENTRIKELONDERSTEUNING
EERSTE BESLISSING OVER DE PATIËNT: PCI OF CABG
Volgens de ESC-/EACTS-richtlijnen moet er een eerste algemene beslissing
worden genomen over de selectie van patiënten met betrekking tot de
vraag of de indexprocedure CABG of PCI moet zijn. De PCI-indicatie is een
medische beslissing die moet worden genomen door een hartteam conform
de normen van de instelling, de huidige geneeskundige praktijk en de
maatschappelijke ESC-/EACTS-richtlijnen. Dit vergt een multidisciplinaire
aanpak door klinische en niet-invasieve cardiologen, hartchirurgen en
interventiecardiologen, evenals anesthesisten en andere specialisten als dat
nodig wordt geacht.
Beslissing over de Impella patiënt
Bij gebruik van de Impella 2.5 en de Impella CP wordt de patiënt als
geschikte kandidaat voor hoogrisico-PCI beschouwd op grond van de in-/
uitsluitingscriteria in de gebruiksaanwijzing van de pomp.
ALGEMENE OVERWEGINGEN VOOR
PATIËNTENZORG
• Gebruik indien nodig een kniestabilisator om de toegangsplaats recht
te houden.
• De toegangsplaats moet worden beheerd volgens het protocol van
het ziekenhuis, met een aseptische techniek.
• Beoordeel de toegangsplaats op bloedingen en hematomen.
• Controleer de perifere pulsaties aan de voeten.
• Om te voorkomen dat de spoelslang knikt, mag de rode Impella
aansluitplug niet los aan de katheter hangen en mag de katheter niet
vlak bij de Impella plug worden gebogen.
• Overweeg de rode Impella aansluitplug en de katheter aan een korte
armsteun te bevestigen om te voorkomen dat de katheter dicht bij de
plug kan knikken.
• Let erop dat u, wanneer u een patiënt verplaatst terwijl het
hulpmiddel is ingebracht, niet aan de Impella katheter trekt bij
transfer van een patiënt naar een ander bed.
- Plaats het hoofduiteinde van het bed niet hoger dan een hoek van
30 graden.
- Wees voorzichtig wanneer u de patiënt verplaatst of draait: de
Impella katheter kan uit positie raken en een positioneringsalarm
activeren.
- ACT 160-180 seconden
274
RECHTSZIJDIG HARTFALEN
Patiënten die worden ondersteund door de Impella katheter voor het
linkerventrikel moeten door zorgverleners worden gemonitord op tekenen
van rechtszijdig hartfalen:
• Verlaagde output vanuit de Impella katheter
• Zuigingsalarmen
• Verhoogde vuldruk (CVD)
• Tekenen van leverfalen
• Verhoogde pulmonale druk
Als de patiënt tekenen van rechtszijdig hartfalen vertoont, moet het
klinisch team beoordelen of een meer duurzame vorm van ondersteuning
nodig is.
GEBRUIK VAN ECHOCARDIOGRAFIE VOOR
POSITIONERING IMPELLA KATHETER IN
HET LINKERVENTRIKEL
ACHTERGROND
Echocardiografie is een veelgebruikt hulpmiddel om de positie van de
Impella katheter ten opzichte van de aortaklep en andere intraventriculaire
structuren te evalueren na de plaatsing. De beste echocardiografische
weergaven voor positionering van de Impella katheter in het
linkerventrikel zijn een transoesofagaal lange-as-echocardiogram (TEE) of
een parasternaal transthoracaal lange-as-echocardiogram (TTE). Op deze
lange-asbeelden kunt u zowel de aortaklep als het inlaatgebied van de
Impella katheter zien.
Evalueer de positie van de Impella katheter als de Automated Impella
Controller positiealarmen toont, als de flows lager zijn dan verwacht
of als u tekenen van hemolyse waarneemt. Als de katheter niet goed
gepositioneerd lijkt te zijn, dient u stappen te ondernemen om deze
opnieuw te positioneren. De volgende illustraties tonen de structuren die
u kunt verwachten te zien bij transoesofagale echocardiografie (boven) en
transthoracale echocardiografie (onder).
In deze illustraties is de Impella katheter correct gepositioneerd. Wees
u er echter van bewust dat deze afbeeldingen gestileerd zijn. Op echte
echocardiogrammen zijn de uitloper en de inlaat- en uitlaatgebieden
mogelijk niet zo duidelijk zichtbaar.
De illustraties in dit hoofdstuk tonen de Impella 2.5 katheter, maar zijn
ook representatief voor de positionering van de Impella CP, Impella CP met
SmartAssist en Impella 5.0 katheters. De positionering van de Impella LD
en Impella 5.5 katheters ziet er vergelijkbaar uit, maar zonder de uitloper.
LA
Mitraalklep
Locatie van
de chordae
Papillairspier
LV
Afbeelding 8.
Transoesofagaal echocardiogram (TEE) van
Impella katheter
Uitlaatgebied
Impella
-katheter
®
Aortaklep
RV
Inlaatgebied
Impella
-katheter
®
Gebruikershandleiding

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido