Boston Scientific Vercise Gevia Instrucciones De Uso página 135

Beeldvorming met magnetische resonantie (MRI). Het Vercise Gevia DBS-systeem
is "MRI-Conditioneel." Er kan veilig een MRI-onderzoek worden uitgevoerd met behulp van een
1,5 Tesla horizontaal gesloten MRI-systeem wanneer alle instructies en veiligheidsinformatie in de
aanvullende handleiding "ImageReady™ MRI-richtlijnen voor DBS-systemen van Boston Scientific"
worden opgevolgd.
De handleiding ImageReady™ MRI-richtlijnen voor DBS-systemen van Boston Scientific staat
op de website van Boston Scientific www.bostonscientific.com/manuals. Het is van belang deze
informatie in haar geheel door te lezen voordat u een MRI-onderzoek uitvoert of aanbeveelt bij een
patiënt met een Vercise Gevia DBS-systeem.
Externe hulpmiddelen: Externe onderdelen van de Boston Scientific (d.w.z. uitwendige
teststimulator, ETS-adapter en operatiekamerkabels, afstandsbediening en accessoires,
batterijlader, Clinician Programmer) zijn MRI-onveilig. Zij mogen niet in een MRI-omgeving worden
meegenomen, zoals de ruimte waarin de MRI-scanner staat.
Elektromagnetische interferentie. Sterke elektromagnetische velden kunnen de
stimulator uitschakelen, wat tot tijdelijk onvoorspelbare stimulatiewaarden leidt, of de communicatie
met de afstandsbediening verstoren. Patiënten moeten worden voorgelicht om het volgende te
vermijden of hier voorzichtig mee om te gaan:
• Diefstaldetectoren of tagdeactivatiesystemen, zoals in winkels, bibliotheken en andere
openbare instellingen. Als de patiënt toch door de apparatuur moet gaan, dient de
patiënt de stimulator uit te schakelen en voorzichtig, maar zo snel mogelijk door het
midden van het beveiligingshulpmiddel te gaan.
• Veiligheidspoortjes, zoals op luchthavens of in overheidsgebouwen, inclusief
handscanners. De patiënt dient om assistentie te vragen om het hulpmiddel te passeren.
Als de patiënt door een veiligheidspoortje moet, dan moet de patiënt die zo snel mogelijk
doen en zo ver mogelijk van het betreffende hulpmiddel uit de buurt blijven.
• Stroomkabels en stroomgeneratoren.
• Elektrische staalovens en booglashulpmiddelen.
• Grote gemagnetiseerde stereoluidsprekers.
• Sterke magneten.
• Auto's of andere gemotoriseerde voertuigen waarin gebruikgemaakt wordt van een
LoJack-systeem of anti-diefstalsysteem dat een radiofrequent (RF-) signaal kan
uitzenden. De hoge energievelden die door deze systemen geproduceerd worden,
kunnen de werking van de afstandsbediening en daarmee de regulatie van de stimulatie
verstoren.
• Andere bronnen van elektromagnetische interferentie, zoals RF-zenders van televisie- of
radiozenders, ontvangers van amateurzenders of walkie talkie radiosystemen.
Opmerking: Wanneer apparatuur dat sterke elektromagnetische velden afgeeft, in de nabijheid
staat, kunnen onbedoelde stimulatie of storingen met draadloze communicatie
optreden, zelfs als de apparatuur voldoet aan vereisten van International Special
Committee on Radio Interference (CISPR).
Veiligheidsinformatie
Vercise Gevia™ Informatie voor voorschrijvers
91168753-02 Rev A 131 van 505