Vercise Gevia™ Informatie voor voorschrijvers
Reactie van het weefsel. Patiënten kunnen bij het helen van de operatiewond tijdelijk pijn
voelen in het gebied van de stimulator. Als rondom de wond overmatige roodheid ontstaat, dan
dient dat te worden onderzocht op infectie. In zeldzame gevallen kunnen negatieve weefselreacties
tegen het geïmplanteerde materiaal optreden.
Mobiele telefoons. Hoewel interferentie door mobiele telefoons niet wordt verwacht,
is de volledige invloed van mobiele telefoons momenteel niet bekend. Aan patiënten moet
verteld worden dat ze geen mobiele telefoon rechtstreeks op de geïmplanteerde stimulator
moeten plaatsen. Als er toch storing optreedt, verplaats dan de mobiele telefoon weg van de
geïmplanteerde Stimulator of zet de mobiele telefoon uit.
Activiteiten van de patiënten. Het is belangrijk dat patiënten gedurende twee weken na
de operatie uiterst voorzichtig zijn, zodat de geïmplanteerde onderdelen de kans krijgen door het
lichaam te worden opgenomen en de operatiewond kan helen. Gedurende deze periode moet de
patiënt niet proberen om zware voorwerpen te tillen of te verplaatsen. De patiënt dient bewegingen
met diens hoofd te beperken, zoals hen verteld is door hun arts, inclusief het uitrekken of buigen
van de nek en draaien van het hoofd, totdat alles genezen is.
Massagetherapie. Patiënten moeten voorkomen dat ze een massagebehandeling
krijgen in de buurt van de geïmplanteerde onderdelen van het systeem. Als de patiënt een
massagebehandeling krijgt, dient de patiënt de masseur of masseuse te informeren dat bij hem
of haar een medisch hulpmiddel geïmplanteerd is en dient de patiënt de masseur of masseuse te
laten zien waar de stimulator, DBS-verlengkabel en de DBS-leads zich bevinden. De patiënt dient
deze gebieden tijdens de massage te laten omzeilen en met voorzichtigheid te laten behandelen.
Voorzorgsmaatregelen voor de omgeving van de patiënt. Patiënten dienen
activiteiten te vermijden waarbij grote hoeveelheden elektromagnetische interferentie van
toepassing is. Hulpmiddelen met permanente magneten, zoals luidsprekers, mogen niet worden
geplaatst in de buurt van de stimulator, omdat ze ervoor kunnen zorgen dat de stimulator wordt
uitgeschakeld.
Medische instrumenten/therapieën. De volgende medische behandelingen of ingrepen
kunnen de stimulatie uitschakelen of permanente schade toebrengen aan de stimulator, of letsel
aan de patiënt toebrengen, vooral bij gebruik in de nabijheid van het hulpmiddel:
•
Elektrocauterisatie – Elektrocauterisatie kan verwoestende stroom naar de DBS-leads
en/of stimulator overdragen.
•
Uitwendige defibrillatie – Veilig gebruik van uitwendige defibrillatie is nog niet
gerealiseerd waardoor na defibrillatie moet worden vastgesteld wat de schade is.
•
Lithotripsie – Hoogfrequente signalen die in de buurt van de stimulator gestuurd worden,
kunnen de bedrading beschadigen.
•
Stralingstherapie – Boven de stimulator moeten de leads beschermd worden om schade
als gevolg van de hoge straling te voorkomen. Eventuele schade aan het hulpmiddel als
gevolg van straling is mogelijk niet direct detecteerbaar.
•
Transcraniële stimulatie – Veilig toepassen van elektromagnetische behandelingen,
zoals transcraniële magnetische stimulatie, is nog niet gerealiseerd.
•
Diathermie – De bij diathermie gegenereerde energie kan worden overgedragen naar
het Vercise Gevia DBS-systeem, hetgeen schade aan het hulpmiddel, ernstig letsel of
overlijden van de patiënt tot gevolg kan hebben.
Vercise Gevia™ Informatie voor voorschrijvers
91168753-02 Rev A 134 van 505