Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
ballon ligt, aangezien dit de cuffdruk kan verhogen en mogelijk de luchtpijp kan beschadigen.
•
Om schade aan de stoma of luchtpijp te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de cuff
afgelaten (leeg) is voordat de canule wordt ingebracht of verwijderd. Als het niet mogelijk is om de
cuff leeg te laten lopen, knip dan de vullijn door met een schaar en verwijder de lucht. In dit geval
is het product defect en moet het worden vervangen.
•
Tijdens vliegreizen kan de cuffdruk variëren. Zorg daarom voor een permanente cuffdruk-
regeling.
•
Voordat u de cuff laat leeglopen, moet u ervoor zorgen dat de bovenste luchtwegen van de
patiënt vrij zijn.
Indien van toepassing, verwijder eventuele secretie uit de bovenste luchtwegen door middel van
suctie of hoesten door de patiënt.
•
Zorg ervoor dat de juiste Luer-connectoren worden gebruikt voor het vullen (transparant)
en de suctie (wit) van de cuff.
•
Zorg ervoor dat de juiste Luer-connector (wit) wordt gebruikt voor ACV.
•
Zorg ervoor dat de tracheostomiecanule vrij is van obstructies die kunnen leiden tot vermin-
dering van de geleverde luchtstroom. Daarom wordt regelmatige suctie van secretie in de canule
aanbevolen.
•
Overmatige viskeuze secretie kan leiden tot dislocatie van de tracheostomiecanule. Zorg
voor de juiste plaatsing van de canule door regelmatig de positie van de canule te controleren en
verklein het risico op dislocatie door subglottische suctie van secretie.
•
Gebruik alleen suctiekatheters om secretie uit de luchtwegen van de patiënt en de trache-
ostomiecanule te verwijderen. Instrumenten kunnen klem komen te zitten in de canule en de
ademhaling beperken.
•
Controleer regelmatig of alle verbindingen goed vastzitten om te voorkomen dat de canule
NL
per ongeluk loskomt van externe apparatuur en om een efficiënte beademing te garanderen.
•
Houd de 15 mm connector schoon en droog.
•
Gebruik geen niet-geautoriseerd gereedschap om de 15 mm connector los te maken,
omdat dit de 15 mm connector zou kunnen vervormen.
•
Afsluitdoppen/spraakkleppen mogen alleen worden gebruikt met een niet-geblokkeerde
cuff om verstikkingsgevaar te voorkomen.
•
Tijdens het inbrengen en verwijderen van de canule kan hoesten of bloeding optreden.
7.
Bijwerkingen
Typische bijwerkingen van het gebruik van tracheostomiecanules zijn bloeding, drukpunten, pijn,
stenose en huidirritatie (bijv. door vocht), granulatieweefsel, tracheomalacie, tracheo-oesofageale
fistels, verhoogde secretie en slikproblemen. Neem in geval van een bijwerking onmiddellijk con-
tact op met een medische zorgverlener.
Bij gebruik van ACV zijn typische bijwerkingen onder meer verhoogde secretie, ongemak, hees-
heid, hoesten, misselijkheid of uitdroging van het strottenhoofd als gevolg van het herstellen van
de functionaliteit van de bovenste luchtwegen (reinigen / proeven / spreken).
8.
Functionele beschrijving
Opgelet:
•
Het wordt sterk aanbevolen een klaar-voor-gebruik reserveapparaat bij het bed van de
patiënt aanwezig te houden. Bewaar het reserveapparaat onder schone en droge omstandighe-
den.
•
In geval van complicaties tijdens het inbrengen van de canule is het ook aan te raden om
een reserve-instrument bij de hand te hebben dat één maat kleiner is dan de gebruikte canule.
•
In het geval van complicaties tijdens de beschreven procedures dienen veiligheidsmaatre-
gelen te worden genomen, om voor onmiddellijke beademing te zorgen via alternatieve luchtwe-
gen (bijv. trans-laryngeale intubatie, larynxmasker).
178
Publicidad
