Tracoe 450-P Instrucciones De Uso página 183

12. Zorg ervoor dat een suctiekatheter gemakkelijk doorheen de canule kan worden ingebracht.
13. Plaats de obturator in de tracheostomiecanule.
14. Breng een dun laagje smerende gel aan op het uitstekende deel van de obturator en het
onderste deel van de canule, inclusief de cuff.
15. Eventueel kan na het inbrengen van de canule de halsband aan de schildvleugels worden
vastgemaakt.
8.2 De patiënt voorbereiden
Zorg ervoor dat de patiënt onmiddellijk voor het inbrengen of opnieuw inbrengen optimaal voor-
geoxygeneerd is.
Overstrek om de insertie te vergemakkelijken de nek van de patiënt indien mogelijk een beetje.
8.3 De canule inbrengen
A. Met het minimaal traumatische inbrengsysteem
Voor het initieel inbrengen na de tracheostomie moeten de volgende stappen worden uitgevoerd
onder bronchoscopische monitoring:
1. De getracheotomiseerde patiënt is voorbereid voor canulatie en er is een Seldinger draad in het
stomakanaal ingebracht.
2. Steek het proximale uiteinde van de Seldinger draad in het distale uiteinde van de geleidekathe-
ter zonder de Seldinger draad uit de luchtpijp te trekken.
3. Bij gebruik van de TRACOE percutan Seldinger draad, plaats het proximale uiteinde van de
geleidekatheter op het merkteken van de Seldinger draad.
NL
4. Breng de canule samen met de inbrenghulp en de Seldinger draad door de tracheostoma in de
luchtpijp. Zorg er met één hand voor dat de canule, de handgreep van de inbrenghulp, de gelei-
dekatheter, en de Seldinger draad uitgelijnd en vast blijven. Elke verplaatsing kan resulteren in een
opening tussen de silicone hoes en de canule en resulteren in een moeilijke of afgebroken inbren-
ging.
5. Duw de canule voorzichtig naar voren totdat het schild contact maakt met het huidoppervlak.
6. Eenmaal op zijn plaats, zet u de canule met één hand vast en trekt u de inbrenghulp en gelei-
dekatheter samen met de Seldinger draad terug terwijl de tracheostomiecanule op zijn plaats blijft
in de luchtpijp.
Opgelet:
• Zorg ervoor dat de silicone hoes zich na het verwijderen van de inbrenghulp nog steeds op
de geleidekatheter bevindt. Indien dit niet het geval is, moet de silicone hoes (radiopaak) onmid-
dellijk van de canule of luchtweg worden verwijderd.
• Als de canule extra moet worden afgesteld, ontgrendel dan het schild en pas aan zoals
nodig.
B. Met de obturator
De obturator is niet geperforeerd en mag niet worden gebruikt in combinatie met een Seldinger
draad.
1. Bereid de canule en de patiënt voor zoals beschreven in het hoofdstuk "Voorbereiding" en "De
patiënt voorbereiden".
2. Bij het inbrengen van de canule (met de obturator erin) in de tracheostoma, houdt u de canule
vast bij het schild en drukt u de obturator stevig tegen de 15 mm connector.
3. Duw de canule voorzichtig naar voren totdat het schild contact maakt met het huidoppervlak.
4. Houd de canule met één hand vast en verwijder de obturator onmiddellijk na het inbrengen.
180