klemmen. Het is mogelijk dat uw fiets een cam-en-cup sluiting vooraan heeft en
een traditionele sluiting op het achterwiel.
a. Het traditionele cam action mechanisme instellen. (afbeelding 8a)
De wielnaaf wordt op zijn plaats geklemd door de kracht van een excentrisch
hendel die tegen de ene pat duwt en de spanningsmoer aan de andere kant
naar binnen trekt. De hoeveelheid 'klemkracht' wordt bepaald door de positie
van de spanningsmoer aan de andere pat dan die waar het hendel zich bevindt.
Draai de spanningsmoer in wijzerzin terwijl u het hendel niet laat meedraaien om
de klemkracht te doen toenemen, de moer tegen de richting van de wijzers in
draaien terwijl u de hendel niet laat meedraaien zal de klemkracht doen afnemen.
Minder dan een halve draai van de moer kan het veerschil maken tussen een
veilige en onveilige klemming van het wiel.
WaarsChuWinG: u hebt de volledige hefboomkracht van het hendel
nodig om het wiel veilig vast te klemmen. De moer in de ene hand
houden en het hendel als een vleugelmoer aan de andere kant
aandraaien volstaat niet om het wiel veilig in de patten te vergrendelen. Zie
ook de eerste WaarsChuWinG in dit hoofdstuk op pagina 20.
Het cam-en-cup mechanisme instelling (afbeelding. 8b)
Het cam-en-cup mechanisme van uw fiets zal door uw fietsenmaker correct zijn
afgesteld voor uw fiets. Vraag uw fietsenmaker om de instelling elke zes maanden
te controleren. Gebruik een cam-en-cup voorwiel niet op een andere fiets dan
diegene waarvoor de fietsenmaker het sluitmechanisme instelde.
3. Wielen uit de fiets halen en ze terugplaatsen
WAARSCHUWING: Als uw fiets is uitgerust met een naafrem zoals
een terugtraprem in het achterwiel, een trommelrem voor of achter,
een roller brake of een naafversnelling: probeer het wiel dan niet uit
de fiets te halen. Een wiel met een naafrem en/of naafversnelling uit een
fiets halen en terugplaatsen vereist meestal doorgedreven kennis van
fietsmechanica. Het wiel op een onjuiste manier uit de fiets halen en/of
terugplaatsen kan de rem of de versnelling slecht doen functioneren
waardoor u de controle over de fiets kunt verliezen en ten val komen.
OPGELET: Als uw fiets voorzien is van schijfremmen moet u
voorzichtig zijn bij het vastnemen van de schijven en klauwen. De
remschijven hebben scherpe uiteinden en zowel de schijven als de
klauwen kunnen tijdens het fietsen bijzonder heet worden.
a. Een voorwiel met schijfrem of velgrem uit de fiets halen
(1) Als uw fiets uitgerust is met velgremmen maakt u de snelsluiting van de
remmen los om de ruimte tussen de band en de remblokken te vergroten. (Zie
hoofdstuk 4.C afbeeldingen 11 tot 15).
(2) Als uw fiets voorzien is van een voorwiel met cam action snelsluitingen
brengt u het hendel van CLOSED positie naar OPEN positie (afbeeldingen 8a en
b). Als uw fiets voorzien is van een sluitsysteem met spanmoeren, dan draait u
met de daarvoor geschikte steeksleutel (of met de hand als het vleugelmoeren
21