2011/DEC/22 at 7:46 p.m. Doc number: M716803B001 [multi23]
•
Tijdens de verwijdering van het plaatsingssysteem moet de achterste T-buis teruggetrokken en
de taps toelopende tip afgedekt blijven.
9.9. Aanbevelingen voor follow-upbeeldvorming
9.9.1. Algemeen
De huidige beeldvorming van stentgraftpatiënten omvat abdominaal röntgenonderzoek en spiraal-CT, met
en zonder contrastmiddel. Alternatieve beeldvormingsmodaliteiten als kleuren-Doppler-echografie en MRI
moeten gebruikt worden bij patiënten met een verstoorde nierfunctie of intolerantie voor contrastmiddel.
De keuze voor de beeldvorming moet gebaseerd zijn op de klinische beoordeling door de arts van de
patiënt vóór en na implantatie van de stentgraft.
9.9.2. Röntgenopnamen
Er moeten abdominale röntgenopnamen gebruikt worden om de aanwezigheid van een breuk in de
stentgraft uit te sluiten. Posterieure/anterieure (PA) en laterale beelden worden aanbevolen voor de
visualisatie van de stentgraft. Controleer of alle segmenten van de stentgraft op de beelden vastgelegd
zijn om de stentgraft te kunnen beoordelen.
9.9.3. Spiraal-CT met contrastmiddel
Een spiraal-CT met contrastmiddel moet gebruikt worden voor de beoordeling van de stentgraftfixatie,
vervorming, appositie aan de vaatwand bij de proximale en distale fixatieplaatsen, stentgraftmigratie,
stentgraftdoorgankelijkheid, AAA-afmeting, occlusie van vaatvertakkingen, en endolekkages (waaronder
bron en type, indien aanwezig). Het geprefereerde beeldvormingsonderzoek maakt gebruik van collimatie
van 3 mm tot 5 mm, herdelingsintervallen van 2 mm tot 3 mm, met bedekking van de buikslagader tot de
externe iliacale/femorale slagaderen tijdens het contrast van de "arteriële fase". Bij verkalkingen of
gebieden waar metalen artefacten foutief als endolekkage geïnterpreteerd kunnen worden, moet eerst
een CT-scan zonder contrastmiddel worden uitgevoerd met een bredere collimatie (10 mm) om
oververhitting van de buis te voorkomen. Bij aneurysma's die niet afnemen maar waarbij geen
endolekkage of fixatieproblemen zichtbaar zijn, kan onmiddellijk na de scan in de "arteriële fase" een
vertraagde scan of een scan in de "veneuze fase" uitgevoerd worden. De vertraagde scan in de "veneuze
fase" kan ook uitgevoerd worden met een bredere collimatie (10 mm) indien u vreest voor oververhitting
van de buis. Dit wordt de "drie-fasen"-techniek genoemd. Het wordt aanbevolen de volledige elektronische
gegevens te archiveren voor het geval een casusspecifieke beoordeling nodig is op een later tijdstip
(volumemetingen, driedimensionale reconstructie en/of computergestuurde meetsoftware). Als het
aneurysma het eerste jaar minder dan 5 mm afneemt, kunnen volumemetingen met commerciële software
worden uitgevoerd als gevoeliger indicator van de AAA-afmeting.
9.9.4. Spiraal-CT zonder contrastmiddel
Bij patiënten met een verstoorde nierfunctie kan een spiraal-CT zonder contrastmiddel overwogen worden
voor de beoordeling van de stentgraftfixatie, vervorming, appositie aan de vaatwand bij de proximale en
distale fixatieplaatsen, stentgraftmigratie, occlusie van vaten, en AAA-afmeting door middel van metingen
van de diameter en het volume. Bij aneurysma's die niet duidelijk afnemen, kan een aanvullende kleuren-
Doppler-echografie overwogen worden voor de beoordeling van een mogelijke endolekkage (waaronder
bron en type, indien aanwezig).
9.9.5. MRI of MRA
Patiënten met een verstoorde nierfunctie (nierinsufficiëntie) kunnen in aanmerking komen voor magnetic
resonance imaging (MRI) of magnetic resonance angiography (MRA) in instellingen die expertise hebben
op dit gebied. Er kan een artefact gerelateerd aan de stent optreden en voorzichtigheid is geboden bij de
keuze van de juiste beeldvorming van de buitenste aneurysmawand voor de beoordeling van de AAA-
afmeting. Indien het aneurysma niet duidelijk afneemt, kan een volumemeting nuttig zijn. Indien er twijfels
zijn over de beeldvorming van verkalkte gebieden, fixatieplaatsen of de buitenwand van de aneurysmazak,
kan een aanvullende CT-scan zonder contrastmiddel nodig zijn. Indien er problemen zijn met de
beeldvorming van een mogelijke endolekkage, kan kleuren-Doppler-echografie overwogen worden.
9.9.6. Duplex-kleuren-doppler-echografie
Duplex-kleuren-Doppler-echografie kan gebruikt worden voor de beoordeling van de AAA-afmeting,
exclusie van het type aneurysma en endolekkage. Dit kan een alternatieve beeldvormingsmodaliteit zijn
voor patiënten met een verstoorde nierfunctie in instellingen die een technoloog met de juiste
vaardigheden en training in dienst hebben. Een vasculair laboratorium dat is goedgekeurd door ICAVL,
is sterk aanbevolen. Deze test moet uitgevoerd worden in combinatie met een abdominaal
röntgenonderzoek met meervoudige weergave, omdat röntgenstralen beter werken voor de beoordeling
van de stentgraftintegriteit. Andere aanvullende tests kunnen inclusief spiraal-CT (zonder contrastmiddel
in het geval van een verstoorde nierfunctie) zijn voor de beoordeling van de stentgraftfixatie, vervorming,
appositie aan de vaatwand bij de proximale en distale fixatieplaatsen, stentgraftmigratie, en AAA-afmeting
door middel van metingen van de diameter en het volume.
Beeldvormingsonderzoek (jaar 1)
Spiraal-CT met contrastmiddel
Abdominale röntgenfoto's
Duplex-kleuren-Doppler-echografie of MRA
1
De beoordeling van spiraal-CT is eventueel inclusief "drie-fasen-techniek", volumeonderzoeken, 3D-
reconstructie of computergestuurde metingen.
2
Duplex of MRA kan gebruikt worden bij patiënten met nierfalen of intolerantie voor contrastmiddel.
9.9.7. Aanvullende beeldvormingsaanbevelingen
OPMERKING: Een aanvullende radiologische beeldvorming kan nodig zijn om de stentgraft in situ verder
te evalueren op basis van bevindingen die gedaan zijn door een van de bewakingsprogramma's. De
volgende aanbevelingen kunnen worden overwogen:
•
Indien er bewijs is van een slechte plaatsing van de stentgraft, ernstige angulatie, knik of migratie
van de stentgraft op röntgenbeelden, moet een spiraal-CT en/of duplex-kleuren-Doppler-
echografie uitgevoerd worden om de aneurysmagrootte en de aan- of afwezigheid van een
endolekkage te beoordelen.
•
Indien een nieuwe endolekkage of een toename in de AAA-afmeting waargenomen wordt op de
spiraal-CT, kunnen aanvullende onderzoeken als duplex-kleuren-Doppler-echografie, 3D-
reconstructie of angiografische beoordeling van de stentgraft en het natief vaatstelsel nuttig zijn
voor de verdere beoordeling van wijzigingen in de stentgraft of het aneurysma.
•
Indien een nieuwe endolekkage of een toename in de AAA-afmeting waargenomen wordt op de
duplex-kleuren-Doppler-echografie, kan een spiraal-CT nuttig zijn voor de verdere beoordeling
van de stentgraft en het aneurysma.
•
Een spiraal-CT zonder contrastmiddel, MRI of MRA kan overwogen worden bij bepaalde
patiënten met een intolerantie voor contrastmiddel of een verstoorde nierfunctie. In ziekenhuizen
met de juiste expertise kan angiografie met gadolinium of CO
met een verstoorde nierfunctie bij wie een angiografische beoordeling vereist is.
9.9.8. Behandelingsoverwegingen
Een aanvullende endovasculaire reparatie of een open chirurgische aneurysmareparatie moet overwogen
worden voor patiënten met bewijs van suboptimale stentgraftfixatie, proximale endolekkage, distale
endolekkage, endolekkage uit overlapzone, aanhoudende bloedstroom om de graft met onbekende
oorzaak of toename in AAA-afmeting van > 5 mm.
9.9.9. Patiënteninformatie
De follow-up van de patiënt moet aangepast worden aan de specifieke patiëntbehoeften. De beeldvorming
moet echter gepland worden op basis van de klinische beoordeling door de arts van de patiënt vóór en
na het ontslag.
112
Nederlands
multilang_23:20111121, alldocMod:20110915, alldocStyle:20111010, master_pageset:20110406,
languageLookup:20110919, table:20110623, characterJoin:20080301, 3of9:20071016, 3of9_svg:
20071610
printspec:a6
Tabel 7. Beeldvormingsaanbevelingen
Follow-up na
30 dagen
1
X
X
X
2
Follow-up na
Follow-up na
6 maanden
12 maanden
X
X
X
X
X
X
overwogen worden bij patiënten
2